vrijdag 28 september 2012

Canadees Vermenigvuldigen

Canadees vermenigvuldigen is een erg leuk spel om het vermenigvuldigen en delen bij de kinderen te motiveren. De kinderen krijgen per tweetal onderstaand vel, 4 pionnen in twee verschillende kleuren en 2 verschillende kleurpotloden.

Laat de kinderen nu kiezen wie er begint. Degene die begint zet de twee pionnen van zijn kleur op twee vakjes onderaan (1-9), bijvoorbeeld op 2 en 9. Ze maken de keersom, 2 x 9 = 18. Dit vakje kleurt diegene in zijn kleur. Dan zet de ander zijn twee pionnen op twee cijfers. Dit mag niet op een vakje waar al een pion van de ander op staat! Hij zet hem bijvoorbeeld op 3 en 4. 3 x 4 = 12 dus hij kleurt 12 in zijn kleur. Nu begint het spel echt, want ombeurten mogen ze 1 pion verzetten. Ze moeten proberen om 4 op een rij te krijgen door middel van de keersom. Speler 1 zet nu bijvoorbeeld de pion die op de 9 stond op de 8 en kleur 2 x 8 = 16 in. 
Een speler mag wel twee van zijn eigen pionnen op het zelfde vakje zetten (bijvoorbeeld 2 x 2). 
Wanneer de andere speler ziet dat de een bijna 4 op een rij heeft, mag hij natuurlijk ook gaan blokkeren door zelf een keersom in deze rij te maken zoals hiernaast. 

Als de kinderen 4 op een rij hebben, kan het spel gewoon verder gaan (laat ze bijvoorbeeld een score bij houden) of ze beginnen opnieuw. 
Dit spel is prima als tussendoorspel of als opwarmer. Veel rekenplezier!

woensdag 26 september 2012

Verdubbelaar/klinkerdief memory

Zoals ik al eens eerder heb gezegd, was ik in de klas op zoek naar online spellen over klinkerdief en verdubbelaar. Ik kon niet veel vinden, dus kwam ik op het idee om op www.memoryspelen.nl zelf een memory hiervoor te maken. Deze moest nog goedgekeurd worden, maar hurray, dat is hij nu!

Klik hier voor de site. Klik dan onderaan op start het spel. Je kunt hem ook uitprinten om in groepjes te laten spelen. Bij elke kleur hoort een letter, bijvoorbeeld de L. Op het ene plaatje staat een zin, op het andere plaatje de enkele letter of dubbele letter die er bij hoort. Er zijn dus twee zinnen die bij één kleur horen. De kinderen moeten aan de zin kunnen zien welke vorm er bij hoort.

1. Ga je schrift ha_en (l)
2. Niet rennen in de ha_en (l)

Bij 1 hoort dus 1 l, bij 2 horen er 2.

Het is absoluut niet gemakkelijk, want naast weten welke letter er hoort te staan is nog maar 1 deel van het spel, daarna moet je ze nog onthouden. Maar met een hele klas is dit erg leuk om te spelen.

Kijk trouwens ook eens op de site van memory spelen zelf voor meer spellen, er staat onwijs veel tussen. Zoek je iets wat er nog niet tussen staat, maak het dan zelf, het is echt niet veel werk! Het kost alleen ongeveer 5 dagen om na te laten kijken, ga het dus niet de dag van tevoren maken, want dat werkt niet.

Ik ga nu zelf van deze vorm ook een sleepspel maken. Sleepspellen zijn van de zelfde maker als memoryspelen, dus zo gauw deze geüpload is laat ik het jullie weten. Een sleepspel is een stuk makkelijker omdat het onthouden er niet bij zit, het gaat hier dus meer puur om de kennis.

Veel speelplezier!

dinsdag 25 september 2012

tafelkampioen

Nadat ik het met jullie heb gehad over tafelkampioen (zie games in de klas) wilde ik het eens anders, makkelijker, aanpakken. Ik heb dit weer door middel van een prezi gemaakt, met de hulp van www.studiewijs.nl.
Ik heb een prezi gemaakt waarin ik een zelf te maken werkblad van www.studiewijs.nl heb verwerkt. Dit is erg makkelijk, want de werkbladen sla je op als PDF op je eigen computer.
Klik hier voor mijn prezi. Je kunt hem nu bekijken en dit voorbeeld gebruiken in je klas.
Het is de bedoeling dat kinderen dus zichzelf kunnen verslaan en zo meer zelfvertrouwen krijgen over hun rekenkunsten, maar ook uitgedaagd worden om meer te oefenen.

Je kunt het werkblad dat in deze prezi staat hier uitprinten.. Dat is handig, want dan hoeven ze niet steeds naar het scherm te kijken. Wat is er dan het nut van dat ik het in een prezi zet? Nou, heel simpel, een paar redenen:
1. Je kunt de uitleg laten zien
2. Je kunt de antwoorden op het bord laten zien, zonder te veel klikwerk
3. Je spreekt de behoefte aan nieuw, flitsend computergebruik aan (het is weer eens wat anders dan uitleg van de juf en beginnen)
4. Het is supersimpel om even te openen
5. Het is makkelijk te bewerken en dus supervaak opnieuw te gebruiken!


Nu wordt het leuk, want je kunt zelf ook andere werkbladen toevoegen. Je hoeft alleen maar een kopie te maken van mijn prezi. Hiervoor moet je je wel eerst aanmelden of inloggen. Klik dan bij mijn prezi links onder op "make a copy". Als je dit gedaan hebt, kun je hem zelf wijzigen en opslaan, zo vaak je maar wil. Het is aan te raden, als dit het eerste is wat je met prezi doet, eerst zelf eens wat dingen te proberen in prezi. Ik zou nu uit kunnen leggen hoe het helemaal moet, maar ik ben zelf van mening dat dit met uitleg moeilijker gaat dan wanneer je zelf wat probeert.
In grote lijnen gaat het als volgt:
Dubbelklik hiervoor in de linkerbalk op het plaatje onder "1..." en je ziet het werkblad te voorschijn komen. Verwijder dit, samen met het volgende frame (de antwoorden).

Om verder te gaan moet je nu eerst een werkblad hebben. Open in een ander tabblad nu www.studiewijs.nl en maak hier een werkblad. Sla het op en ga terug naar de prezi. Klik hier op Insert en dan op File. Voeg de nieuwe werkbladen toe en maak ze weer passend. Voeg ze toe aan het pad dat de prezi loopt en klaar is Kees!

Het scoreformulier met de kroontjes is hier te vinden.

Laat me even weten wat jullie er van vinden!


TPACK - the game - recensie

We kennen allemaal Inspector Gadget nog wel. Hij hoeft maar GO GO Gadget supermechanischeschroefboormachine te roepen, en hij tovert hem zo uit zijn jas tevoorschijn. Nu hebben wij geen supermechanische schroefboormachines nodig, maar wel een hele hoop andere mogelijkheden, "gadgets", die niet iedereen zomaar uit zijn mouw kan schudden. En juist om dit te oefenen, is de TPACK-game ontwikkeld. Zoals je in mijn vorige blog kunt lezen, staat TPACK voor Technology, Pedagogy en Content, technologie zoals kennis van computers, pedagogiek die hopelijk elke leerkracht herkent en inhoud.
Nu is er al behoorlijk veel met computers te doen, al best veel verzonnen, geprobeerd, verbeterd, nog eens geprobeerd en geperfectioneerd. Als ik nu zeg dat je een nieuwe les moet verzinnen over iets wat je nu zelf mag bedenken, wat wel met computers te maken heeft maar nog niet bestaat, krijg je een beetje het roze-olifant-idee. Denk maar eens niet aan een roze olifant en wie hebben we daar?
Tadaaa, de alombekende roze olifant. Niks meer aan te doen.
Maar hoe kom je nu op een nieuw idee? Daarvoor is de TPACK-game ontwikkeld. Dit is een spel, ontwikkeld door ZUYD.
In dit spel zitten 4 verschillende kaartjes:

  1. ICT werkvorm
  2. Content
  3. Didactische werkvorm
  4. Informatie
Het gaat om de eerste 3 kaartjes. De eerste stap van het spel is het rapen van 3 kaartjes, waarvan nummer 1 en 3 blind gekozen moeten worden. Maar eerst kies je een content. Dit kan bijvoorbeeld veters strikken zijn. 
De 2 kaartjes die blind gekozen zijn, zijn bijvoorbeeld "spel" (didactische werkvorm) en "wiki" (ICT werkvorm). Nu is het de bedoeling dat je een les gaat verzinnen aan de hand van deze 3 kaartjes. Doordat je vaak kaartjes hebt die niet echt bij elkaar passen, ga je "out-of-the-box" denken. Je denkt aan dingen waar je nooit eerder aan gedacht hebt. Dit waren toevallig de kaartjes die wij gister getrokken hebben en we vonden dit wel erg lastig. Een wiki gebruiken bij kinderen die nog veters moeten leren strikken (dat zijn in mijn ogen kleuters, al leert de werkelijkheid dat dit in groep 3, 4, 5 en zelfs hogere klassen bij veel kinderen nog niet beheerst is) was in onze ogen onmogelijk. Andere groepjes kwamen met het idee om kinderen die wel wisten hoe ze dit moesten doen, bijvoorbeeld groep 8, informatie op te laten zoeken, deze op een wiki te zetten, en zelf plaatjes te maken over hoe het moest.
Dit was nogal een lastig voorbeeld. Er zijn natuurlijk erg veel verschillende kaartjes, die ik niet allemaal gezien heb. Denk aan soep maken. Hiermee kun je veel meer, omdat dit toch vaak gaat over oudere kinderen. 

De volgende stap is het verzinnen van een content en een ICT-werkvorm, en een didactische werkvorm trekken. Er zijn een aantal content-kaartjes waarop staat: zelf verzinnen. Hierdoor blijft het spel vernieuwend. Wij hebben gister gekozen voor het organiseren van een schoolfeest, met daarbij als ICT-werkvorm een groot aantal onderwerpen:
-computer
-smartboard
-beamer
-kopieerapparaat
-GeoCache-apparaat
-internet (blog)
-excel

Uiteindelijk allemaal heel leuk en aardig, maar wat vond ik er nu van?
Het idee is leuk, je leert door middel van de kaartjes inderdaad te denken aan dingen die je niet alledaags ziet, en je leert ICT er "als vanzelf" in te verwerken. Ik denk dat dit voor leerkrachten die hier toch al veel mee werken een stuk makkelijker is. Die weten namelijk wat de mogelijkheden zijn en zijn dus eigenlijk onbewust al wel bekend met het TPACK-gebeuren. 
Het out-of-the-box denken komt wel sterk naar voren in deze, omdat je vaak combinaties van kaartjes krijgt waar je niet meteen aan denkt. Dit roept tegelijk ook wel weer de vraag op: waarom doe ik het dan? Is het echt zinvol om een wiki te gebruiken als ik kleuters wil leren veters strikken? Nee, natuurlijk niet. Maar het zorgt er wel voor dat je gaat nadenken over wat je dan wél zou gebruiken. 
Het spel is leuk om eens in je team te gebruiken, en te kijken hoeveel fantasie iedereen heeft met betrekking tot integratie van computers. Een ander nuttig doel, dat we gister bij het spel niet besproken hebben maar wel een logisch gevolg is, is wanneer je echt je eigen les gaat ontwerpen aan de hand van deze mix. De content bepaal je nog altijd zelf: ik wil een kerstdiner maken met de kinderen. Een ICT-kaartje trek je, en je denkt goed na of deze echt bruikbaar is. Probeer deze hoe dan ook te gebruiken. Heb je nu echt het gevoel dat dit niet leidt tot het doel dat je voor ogen hebt (zoals de wiki bij kleuters), neem er dan een ander kaartje bij, houd het eerste wel in gedachten. Een werkvorm kun je ook weer blind uit de stapel trekken. 
Dit hoeft dus niet alleen bij een evenement zoals een schoolfeest, of een kerstdiner, maar kan ook met een simpele rekenles. 


Ik vind het zelf belangrijk dat ik me elke keer afvraag of het een meerwaarde heeft als ik les ga ontwerpen aan de hand van deze kaartjes, of dat er al veel op internet staat. Ja, dat is niet out-of-the-box denken, maar als ik wil dat de kinderen tafeltjes oefenen en ik weet dat daar 100 spellen van op internet staan, ga ik het wiel niet opnieuw uitvinden. Merk ik dat dit niet werkt en wil ik JUIST iets anders, dan is deze werkvorm prima! Want zoals al eerder beschreven, geeft het wel die zo vaak gemiste kans om eens aan iets anders dan standaard te denken.

Het spel valt dus prima te integreren in je leraarschap, mag wat mij betreft op elke school aanwezig zijn en één keer in de zoveel tijd (wanneer je merkt dat meer mensen tegen het probleem van de 21e eeuw aanlopen) uit de kast gepakt worden om elkaar te laten zien dat wij leraren van de 21e eeuw nog lang niet uit-ontdekt zijn, maar onszelf continu kunnen vernieuwen. 

Een hele grote plus van de ontwerpers vind ik dat ze het spel hebben ontworpen voor meerdere categorieën leerkrachten, bijvoorbeeld voor de sector N&T (natuur en techniek op de middelbare school of bijvoorbeeld HBO, of zelfs in een bedrijf) en dat er ook een sjabloon is waarmee je hem helemaal naar de wensen van jouw team kunt aanpassen (door bijvoorbeeld echt specifieke basisschoollessen in te voeren). 

Het spel is op deze site te downloaden. Meer informatie over het TPACK vind je in mijn vorige blog en hier

TPACK - wat is het?

Om uit te leggen wat TPACK zelf precies is, kun je hier het volgende filmpje bekijken:
TPACK gaat dus vooral over "out-of-the-box-thinking" en een goede mix van pedagogiek, inhoud en technologie. Dit klinkt als een leuk receptje, maar hoe ziet dit er nu uit?

Als je denkt aan vroeger, werd technologie niet veel toegepast in klaslokalen. Ik kan me uit mijn basisschooltijd wel herinneren dat we vanaf groep 3 woordjes oefenden op de computer, en in groep 8 kregen we lesjes over Word. Er was 1 computer per klaslokaal en op de gang stonden een aantal computers. Dit was toen heel wat, en ik had dus niks te klagen. Maar tegenwoordig worden computers meer ingezet. Het is de bedoeling dat dit ook echt geïntegreerd wordt in de lessen. Dus niet als "los voor er bij", wanneer je klaar bent met je werk of om een opstel op te typen, maar echt in de les.

Omdat deze technologie zo bij vandaag past, moet het dus ook gaan passen bij het onderwijs van vandaag. Denk bijvoorbeeld aan het samen op volgorde zetten van plaatjes op een digiboard bij kleuters of het organiseren van een schoolfeest met daarbij allemaal technologische vernieuwingen in groep 8.
Eigenlijk datgene wat ik in de hele blog al vertel dus. Niet echt iets nieuws onder de zon naar mijn idee, maar het heeft nu wel een naam.

TPACK is dus hét woord van de 21e eeuwse leerkracht!

maandag 24 september 2012

Onderwijs in de toekomst

Met ons adviesbureau hebben we gekeken hoe wij onderwijs in de toekomst zien. Hier hebben wij een prezi van gemaakt. Je kunt hem bekijken op deze link. Veel kijkplezier!
Tips zijn altijd welkom!


zondag 23 september 2012

Tips en tops

Ik wil even zeggen dat ik het ontzettend leuk vind dat er zo veel mensen zijn die mijn blog bekijken.
Niet alleen in een klas, maar ook op een blog als deze is het leuk jezelf te blijven ontwikkelen door middel van andermans ervaringen!
Heb je vragen, opmerkingen, tips of tops, laat het me even weten via een mailtje!


Games in de klas

Het klinkt allemaal zo leuk, games in de klas. Maar hoe ziet dat er uit? Is dat veel werk? Moet ik het wiel weer opnieuw uitvinden?

Nee, het wiel is al uitgevonden, en wordt eigenlijk al vrij veel gebruikt, alleen hebben veel mensen het niet in de gaten.
Spelletjes in de klas worden, in mijn ervaring in ieder geval, best veel gedaan. Om te laten zien dat het allemaal eigenlijk niet zo heel moeilijk is, ga ik hier een aantal voorbeelden neerzetten die ik zelf in de klas gebruik.

24-game: Sociaal-emotioneel, rekenen
Klik hier om naar de site te gaan

24-game is een spel uit de tijd van de Flippo's (vroegâh) dat de meesten van ons nog wel zullen kennen. Ik moet eerlijk bekennen dat ik er vroeger helemaal niks van begreep, maar je bent nooit te oud om te leren.
Het doel is om met de 4 getallen die er staan, en de +, -, :, x tekens het getal 24 als uitkomst te krijgen. Er staan 4 getallen van 0 tot 9. Je mag elk getal maar een keer gebruiken, de tekens mag je vaker gebruiken. Het vereist inzicht, en is daarom heel leuk om te gebruiken in een klas met groepjes met gemengde niveaus.
Hoe wij het doen:
In het groepje waar je in zit, ga je uitrekenen hoe je 24 kan krijgen. Voordat je zelf je vinger opsteekt, moet je hele groepje het begrijpen. Laat de kinderen een kladblaadje gebruiken. Als het hele groepje het begrijpt, steekt ook het hele groepje de vinger op. Kies één leerling uit en laat het hem of haar oplossen.
In het begin zal dit veel tijd kosten, en ook na langere oefening wordt niet elke som gezien (ook niet door mij, overigens). Duurt het lang en zie je zelf wel wat de som moet zijn, geef dan een hint (tik bijvoorbeeld het eerste getal aan).
Geef vooraf een tijd aan, bijvoorbeeld 5 minuten. In deze tijd worden soms wel 3 sommen opgelost, soms ook geen een. Na een bepaalde tijd kun je ook op volgende klikken, als je het idee hebt dat ze er echt niet uit komen.

Ik gebruik het spel zelf als opwarmer. Ze zijn even allemaal actief bezig met een spel. Gebruik het een week lang als opwarmer en je kunt punten bijhouden. Vorig jaar in groep 6 op het SBO werkte dit fantastisch!


Tafelkampioen: Rekenen

Om het idee van "Pietje is toch beter dan ik dus ik zal nooit winnen dus ga ik ook niet eens proberen" uit de weg te ruimen, is dit een ideaal spel. De kinderen krijgen een blad met keersommen (kan overigens ook met + of - als deze nog veel oefening nodig hebben, zo zijn ze ook in groep 3/4 te gebruiken). Ze krijgen 1 minuut de tijd om zo veel mogelijk tafeltjes te maken. Ze mogen ze verspreid over het hele blad maken, hoeft dus niet in volgorde. Na die minuut kijk je ze samen na (antwoorden op het smartboard bijvoorbeeld). De kinderen tellen hoeveel sommen ze zelf goed hebben. De leerkracht vult dit in en houdt het formulier bij zich.
Dit was nog geen spel, maar de volgende keer dat ze dit doen, moeten ze zichzelf verslaan om kampioen te worden. Heb je dus meer tafeltjes goed in 1 minuut dan de vorige keer, ben je kampioen. Je kunt nog kijken naar het verschil, bijvoorbeeld: Jantje heeft 6 tafels meer dan de vorige keer, dat is het meeste van de klas (dit hoeft dus niet het hoogste aantal goede sommen te zijn, gewoon het verschil), is hij klassekampioen.

Dit kan ook met de hele klas samen, dat maakt het weer wat meer sociaal-emotioneel, want ze moeten samen ook nog optellen. Het werkt hetzelfde, de kinderen schrijven de uitkomsten van de sommen op, tellen die op. Geef ze daarna ongeveer anderhalve minuut de tijd om het totaal van dat groepje uit te rekenen (scheelt jou tijd en geeft de kinderen onbewust ook nog een lesje optellen met, hopelijk, grote getallen).
Als ze dat hebben uitgerekend, vertelt elk groepje hoeveel ze hadden. Tel alle groepjes bij elkaar op, of leuker nog, laat dit een sterke rekenaar doen. Schrijf het aantal punten ergens op een vaste plek op het bord. Kijk de dag erna of de klas zichzelf kan verbeteren.

Nog een andere manier om dit te doen is niet met een blaadje, maar met een powerpoint of prezi. De sommen komen dan voorbij en u geeft ze een bepaalde tijd om te rekenen. Zorg dat u de eerste keer niet te snel gaat, geef ze even de tijd om aan deze manier te wennen. Zeg de dag er na dat u iets sneller gaat. Ze mogen een som overslaan als ze hem niet zo snel weten, ze zetten dan een streepje op hun blaadje.
Na afloop kijken jullie ook weer samen na en tellen jullie de aantallen bij elkaar op. De prezi heb ik vorig jaar op stage gezien.

Ik heb op stage een powerpoint gemaakt en ben nu bezig aan een prezi (dat is toch net iets leuker, omdat het beeld wat meer beweeglijk is). Deze is nog niet af, het zijn nog wat weinig sommen, maar ik zal proberen om zowel de powerpoint als de prezi hier te delen. Tafeltjes flitsen voor op het smartboard heb ik namelijk nog nergens online gevonden. Binnekort dus een primeur! Hoera!


Dames en heren, bij deze, de primeur! Tafeltjes Flits

Correctie, ik zag net dat de prezi van mijn mentor van vorig jaar hier ook op staat! Even voor de duidelijkheid, het was dus niet mijn idee, maar wel een onwijs goed idee!

Klinkerdief-verdubbelaarmemorie: Taal
Ik heb afgelopen week op een site een memoriespel gemaakt voor taal. Op deze site worden memoriespellen eerst goedgekeurd, dus wanneer je ze maakt, staan ze niet direct online. Even balen als je besluit dat spel in je pauze te fabriceren omdat je 's ochtends merkt dat ze hier echt een leuk spel voor nodig hebben. Maar dat is niet erg, want zo weet je zeker dat alles goed zit.
Klik hier voor de site. Ik heb nu een memoriespel gemaakt waarin ze dus werken met de klinkerdief en de verdubbelaar, door op het ene kaartje een zin te zetten met een klinkerdief- of verdubbelaarwoord, en op de andere één of twee klinkers. Dit kunt u met de hele klas doen door steeds twee kinderen uit te zoeken, of bijvoorbeeld door twee kinderen die tijd over hebben dit te laten spelen. Ik zal zo snel mogelijk (als hij dus goedgekeurd wordt) een linkje plaatsen naar dit memoriespel. Bekijk gerust de site eens, want er staat echt onwijs veel op. En het wiel is hier dus al eens uitgevonden!


Ik merk zelf dat wanneer ik kinderen echt wil stimuleren iets nieuws te leren, dat het helpt ze dit in spelvorm te laten doen. Ik probeer zo veel mogelijk, wanneer we tussendoor even tijd hebben, dit soort spelletjes te doen.
Een aantal losse voorbeelden die niet echt uitleg nodig hebben en die echt met 3 minuten resterende tijd gespeeld kunnen worden zijn:
Galgje met dicteewoorden
Lingo met dicteewoorden
(beide www.schoolbordportaal.nl)
Raad het getal (Engelstalig, maar met wat uitleg van de juf of meester lukt dat zeker, het gaat om de getallen)

En nog een andere leuke site met energizers (hier staat ook de 24-game op) voor in de klas, waarvan een groot aantal met rekenen of taal te maken hebben: onderwijs maak je samen. De IVO-waaier die hier op staat is trouwens erg leuk, ik heb hem zelf ook en het kost even wat tijd om uit te vogelen hoe hij werkt, maar hij werkt!

vrijdag 21 september 2012

Passend onderwijs, wat betekent dat voor ons?

Passend onderwijs, heerlijk, iedereen heeft het er over en er zijn zo veel uitspraken over, maar wat betekent het?

Een korte samenvatting van wat er op www.passendonderwijs.nl staat.

Wat betekent het voor ons?


Besturen, directies en coördinatoren

Een schoolbestuurder heeft de verantwoordelijkheid om een kind dat ondersteuning nodig heeft, een passende plek aan te bieden. Dit doet hij samen met de andere scholen uit het samenwerkingsverband. Er blijft plaats voor zo'n 70.000 kinderen om in het speciaal onderwijs terecht te komen.
Scholen hebben een zorgplicht. Dit houdt in dat een school verplicht is een leerling aan te nemen, tenzij de school geen passende zorg voor deze leerling kan bieden. Als dit laatste het geval is, dient de school dus te zoeken naar een andere passende school binnen het samenwerkingsverband.
Scholen hebben een ondersteuningsprofiel. Hierop hebben ouders en leraren via de MR adviesrecht.
In dit profiel staat welke voorzieningen een school in huis heeft voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben.
De financiering voor speciale zorg wordt bij passend onderwijs niet meer afhankelijke indicatie, maar wordt binnen een samenwerkingsverband toegekend. Zo is er een beter maatwerk mogelijk.
Dit financieringsstelsel vervangt dus het rugzakje. De middelen voor lichte ondersteuning blijven het zelfde, dit zijn namelijk de middelen die al gebruikt werden bij het WSNS-project.

Leraren en begeleiders

Een nauwe samenwerking tussen speciaal en regulier onderwijs en meer gelegenheid voor professionalisering moet leraren de kans bieden om beter om te kunnen gaan met grotere verschillen binnen de klas. Deze professionalisering moet door samenwerkingsverbanden en daarmee dus ook de schoolbesturen aangeboden worden en zo veel mogelijk per leerkracht aangemeten. Dit houdt in dat de professionalisering moet passen bij de leerkracht en de klas die hij heeft.
Het (v)so krijgt 3 uitstroomprofielen, afgestemd op 3 verschillende doelgroepen. Dit moet er ook voor zorgen dat er opbrengstgerichter gewerkt moet worden. Dit wil zeggen dat er veel af komt op de leerkrachten van het (v)so. Het ministerie van OCW (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) investeert hier daarom extra in.
Er wordt geprobeerd zo veel mogelijk extra ondersteuning binnen de klas te laten plaatsvinden. Dit doet een leerkracht niet alleen, maar samen met het team, de school en het samenwerkingsverband.
Naast leerkrachten in het (v)so, wordt ook op leerkrachten in het regulier onderwijs geïnvesteerd. Deze leerkrachten moeten zich namelijk ook verder ontwikkelen. Met behulp van het schoolondersteuningsprofiel kan een team in kaart brengen welke bijscholingscursussen gewenst zijn.
Scholen kunnen structureel expertise uitwisselen, zoals ambulante begeleiders. Door deze breed in te zetten, kunnen deze kosten gedeeld worden binnen een schoolbestuur. Een schoolbestuur beslist zelf hoe deze het geld verdeelt met betrekking tot extra zorg.
Beginnende leerkrachten, die nu dus nog bezig zijn, zijn vanaf 2016 geschoold met de expertise over passend onderwijs.

Ouders en leerlingen

De nieuwe regeling zorgt er voor dat ouders zelf niet meer op zoek hoeven te gaan naar een passende school. Hen wordt dus een deel van de zorg uit handen genomen. Ouders horen binnen 6 weken of een kind binnen een school geplaatst wordt, is dit niet zo, dan wordt er dus op zoek gegaan naar een andere school binnen het schoolbestuur. Een ouder kan een kind op meerdere scholen aanmelden, ook in meerdere samenwerkingsverbanden. Deze is dan wel verplicht dit te laten weten op het aanmeldingsformulier.
De school onderzoekt of een kind extra ondersteuning nodig heeft, maar ouders kunnen vermoedens wel al aangeven.
Onder bepaalde voorwaarden kan een leerling gebruik maken van vervoer. Dit vervoer wordt binnen de gemeente geregeld en kan dus verschillen. Het is ook niet in de wet vastgelegd.
Als ouders het niet eens zijn met het besluit van een school, zoals de plaatsing, kunnen zij hulp in schakelen van onderwijsconsulenten. Zij adviseren ouders en scholen en zijn onafhankelijke deskundigen. 

Onderwijsvernieuwingen; reflecteren

Omdat deze minor voornamelijk gaat over vernieuwingen in het onderwijs, en het smartboard daar al prachtig voorbeeld van is, ga ik er meer op deze blog plaatsen. Maar wat is nu een vernieuwing? Kijk ik dan terug naar 50 jaar geleden? Naar de tijd dat ik naar de basisschool ging (tot 10 jaar geleden)? Of wat er tussen de afgelopen 2 jaar en nu veranderd is?

Ik wil graag kijken wat er veranderd is sinds ik van de basisschool weg ben. Veel dingen zijn het zelfde... veel dingen lijken nu anders omdat ik er vanuit een ander perspectief naar kijk. Maar er zijn ook veranderingen.

Als ik kijk naar vroeger, werd er weinig gereflecteerd met de leerlingen. Ik heb in ieder geval nooit meegemaakt dat ik tips en tops kon geven aan andere kinderen, alleen na een spreekbeurt. Vorig jaar heb ik gezien dat dit heel goed kan, met alle kinderen. Kinderen zijn onwijs eerlijk en kunnen elkaar goed vertellen wat ze goed vonden, maar ook wat beter kan, op een positieve en opbouwende manier. Dit is een competentie die ontzettend belangrijk is, niet alleen in de basisschooltijd, maar ook de rest van hun leven.

Dit jaar ga ik, naar alle waarschijnlijkheid, mijn afstudeeronderzoek hierover doen, dus hier zal nog veel meer informatie over komen. Maar voor nu, een korte inleiding hierin.

De kinderen op mijn vorige school (SBO) krijgen op een vroege leeftijd te maken met reflectie. Ze leren om tips en tops te geven, en krijgen die ook van de leerkrachten. Hierdoor krijgen ze een idee hoe dit werkt en ook voorbeelden van hoe je opbouwende kritiek kunt geven.

Ik kan me herinneren dat ik reflecteren in de klas n de eerste 2 jaar van mijn opleiding doodeng vond. Wat moet ik nu vragen en wat zullen ze zeggen? Als ik vraag of het een leuke les was, kunnen ze hooguit Ja, Nee of Mwahhhh zeggen. Daar heb ik weinig aan. Ik heb me vaak afgevraagd hoe ik dit anders aan kon pakken.

Het reflecteren door kinderen is hier een perfecte uitkomst voor. Naast het tips en tops aan anderen geven, kunnen ze ook op zichzelf reflecteren. Ze kunnen bijvoorbeeld hun naam naar een vinkje of kruisje slepen op het smartboard, en daarna beargumenteren. Dit vergt wel wat doorvragen en aansturen van de leerkracht, maar het loont zich wel degelijk. Een kind dat zelf weet waar het mis ging, en dit kan verwoorden, kan hier gerichter aan werken. Ook als het wel goed ging, is dit een goed handvat, want zo moet het de volgende keer weer!

Naast het reflecteren op werkhouding, kun je ook reflecteren op inhoud.
Neem een rekenles. Geef op het einde één som op, waarvan je weet dat deze min of meer de basis vormt van de les, of waarvan de instructie het belangrijkst was. Laat de kinderen deze som maken (evt. binnen een bepaalde tijd) en laat één kind deze som daarna op het bord maken en laat de rest controleren of het klopt. Degenen die het goed hebben, hebben aan het doel voldaan. Dit is een manier die 5 minuten kost om te kijken of de les effectief is geweest.

En effectiviteit is toch wel erg belangrijk bij het geven van een les, is het niet?

Het smartboard is hier dus ook weer een goed bruikbaar voorwerp bij, niet als doel maar als middel.




woensdag 5 september 2012

Kinderdenken

Om uit te leggen wat ik wil zeggen, hier een filmpje
Een erg interessant filmpje dat gaat over hoe wij onze kinderen opleiden. Als je geen zin hebt om dit filmpje te bekijken, heb ik een plaatje met een korte samenvatting van wat er in dit filmpje beschreven wordt:

In het filmpje wordt gezegd: geef een kleuter een paperclip, en hij kan onwijs veel dingen bedenken die je met een paperclip kan doen. Divergent denken heet dit. Kun je boven een bepaald aantal dingen bedenken, dan ben je een genie. 98% van de kleuters kon dit. Die waren dus allemaal geniaal. 5 jaar later kon bijna geen van deze kinderen dit nog.
Wij leren kinderen dat er maar één antwoord is. Wij leren ze niet "out of the box" te denken. Zo leiden wij op.

Bovenstaande vertelt dat ons probleemoplossend denken niet modern genoeg is. Net zoals onze creativiteit. Hierin moeten we veranderen. Hoe precies? Geen idee, eerlijk gezegd. Niet voor iedereen, maar wel voor de lijn in ons onderwijs.

Wat ik erg belangrijk vind, is dat kinderen zelf met oplossingen komen voor problemen. Neem ze serieus, denk er eens over na. Het zijn misschien niet de oplossingen die in onze handleidingen staan of in het antwoordenboek, maar overweeg ze eens.

Ik moet eerlijk zeggen dat ik dit zelf geen makkelijke klus vind en mezelf er regelmatig op betrap (of nog niet eens op betrap) dat ik maar één antwoord zie. Ik vind het een interessant leerdoel om me meer open te stellen voor meerdere oplossingen. Laat kinderen lekker meedenken. Als de tafels anders neergezet moeten worden, laat kinderen mee denken hoe dit kan. Als we het hebben over manieren om hulp te vragen, laat de kinderen meedenken over wat zij een fijne manier vinden.

Ik heb dus niet de oplossing, maar vind het leuk om de uitdaging te zien. En ik weet zeker, want ik zie het overal om me heen, dat ik hier niet de enige in ben!

dinsdag 4 september 2012

021 Spel - recensie

Naar aanleiding van de vorige informatie hebben wij een soort spel gedaan. Dit spel is het 021 spel en hierover ga ik een recensie schrijven.

http://www.onderwijsmaakjesamen.nl/producten/inspiratie-producten/o21-spel-hoe-zie-jij-het-onderwijs-in-de-21ste-eeuw/

Vooraf moet ik zeggen: Ik heb misschien geen volledig beeld van dit spel. We zijn met veel dingen tegelijk bezig en dat zorgt dat ik misschien geen goed overzicht heb van de inhoud van dit spel en welke delen van de minor nu wel of niet bij dit spel horen. Hierdoor kan het zijn dat ik stukken mis die er wel degelijk bij horen.

Voor zover ik tot nu toe heb kunnen zien, gaat het spel er vooral om jouw ideeën te formuleren en vorm te geven met betrekking tot de 21st century skills. Deze skills bespreek je in het team van jouw school om tot een beter inzicht te komen. Dit gebeurt aan de hand van kaartjes met daarop al een aantal steekwoorden. Deze steekwoorden zetten aan tot nadenken en hebben dus als doel een beter inzicht te verschaffen in wat deze skills zijn met betrekking tot het heden en de toekomst, maar absoluut niet het verleden.

Doordat de skills wel veelal al bestaand zijn (dit staat uitgelegd in mijn vorige blog) spreekt het ook mensen aan die zich totaal niet in de modernisering van het onderwijs kunnen plaatsen. Zij kunnen toch herkenningspunten zien en hierdoor wordt iedereen betrokken in het gesprek.

Naast de kaartjes met woorden zijn er ook stellingen die op meerdere manieren verwerkt kunnen worden. Ze kunnen besproken worden (maar het zijn er een stuk of 35, dan ben je wel even bezig), maar je kunt ook mensen laten stemmen, bijvoorbeeld met stemkastjes die soms bij een SMART-board zijn inbegrepen, of met de site www.mentimeter.com Het is dan aan te raden alleen ergens een gesprek over te beginnen als de meningen bijvoorbeeld heel uiteenlopend zijn.

Het is de bedoeling dat deze kaartjes discussie opwekken. Mensen moeten gaan nadenken over wat de skills zijn, wat waarom nu op dit moment belangrijk is en hoe dit moet worden toegepast. Klinkt ingewikkeld, is het niet. Het zijn simpelweg woorden en stellingen waarover iedereen een mening kan vormen.

Is het zinvol?
Ik denk zeker dat dit spel zinvol is wanneer het gaat over het ontdekken van de skills en de mogelijkheden hiervan. Toch zou ik het spel zelf niet snel kopen. Misschien heb ik er te weinig van gezien, maar ik vond niet dat het een enorme bijdrage leverde aan het gamificeren van dit onderwerp. Het werd dan wel een spel genoemd, maar het spelelement hierin heb ik gemist. Een gemiste kans dus, waar meer op zou kunnen worden ingespeeld door middel van puntentoekenning, leuke opdrachten en meer inhoud.

21st century skills

21st century skills, wat zijn dat?

Zoals de naam al zegt (maar dan in het Engels, wat dingen natuurlijk weer veel ingewikkelder maakt maar ook veel cooler laat klinken), zijn dit de vaardigheden die men in de 21e eeuw nodig heeft. Deze vaardigheden zijn de volgende:

  • Samenwerking
  • Communicatie
  • ICT-geletterdheid
  • Sociale en/of culturele vaardigheden
  • Creativiteit
  • Kritisch denken
  • Probleemoplossend vermogen
Ja, en wat moet ik hier nu mee?

Nou, as simple as it sounds, probeer deze vaardigheden toe te passen in je hedendaagse onderwijs. Zoals in mijn vorige blog ook al genoemd werd, gaan wij het met onze adviesgroep (I see tea) als volgt vormgeven:
Kinderen moeten leren om goed te kunnen communiceren. Door middel van een goede ICT-geletterdheid leren ze sociaal-culturele vaardigheden. Creativiteit, kritisch denken, probleemoplossend vermogen en samenwerken zijn hierbij de hoofdzaak.

Wij vinden dus dat kinderen, naast het leren van face to face communicatie, ook moeten leren hoe ze om moeten gaan met de hedendaagse communicatietechnieken met betrekking tot ICT. Hier vallen dus MSN, facebook, hotmail, skype, hyves en alle andere denkbare sociale media onder. Kinderen (en wij ook) worden doodgegooid met allerlei nieuwe hypes waarop ze contact kunnen leggen met zowel bekenden als onbekenden. Dit kan in hun voordeel werken maar brengt zeer zeker de nodige risico's met zich mee. Aangezien dit toch echt de toekomst is, is het onze taak ze te leren hoe dit moet, in plaats van het te verbieden. 

Door alle skills te gebruiken als middel of tussendoel,en communicatie als hoofddoel te gebruiken, kunnen we de kinderen opleiden voor beroepen die nu nog niet bestaan. Want dat is precies wat we nu doen, of we dat nu doorhebben of niet. Een groot deel van de beroepen van nu, bestaan over 15 jaar niet meer. Er zullen vele nieuwe beroepen komen. Wat? Geen idee. Interessant? Neem dan even de tijd om dit filmpje (Shift Happens) te bekijken.
Jamaarjamaarjamaar ik kan mezelf toch nooit zo veel nieuwe vaardigheden aanleren?

Klopt. Maar zijn het allemaal nieuwe vaardigheden? Face to face communicatie kennen we allemaal. Mailen doen we ook regelmatig. Dit is dus al niet nieuw. Samenwerking... Ik hoop dat we dit allemaal kunnen. Sociaal/culturele vaardigheden, da's ook niks nieuws onder de zon. Creativiteit. De creativiteit waarmee ik menig leraar een les zie ontwerpen of aanpassen aan de belevingswereld van de kinderen, of de creativiteit waarmee problemen binnen school worden opgelost, check. Komen we direct aan bij het probleemoplossend vermogen en het kritisch denken. Ook dit zijn bekende vaardigheden. 
ICT-geletterdheid... dit is niet voor iedereen een vanzelfsprekend verhaal. Op het moment dat iemand zich open stelt voor ICT-geletterdheid en dus voor het om kunnen gaan en inzicht willen verschaffen in de globale ICT-wereld van Word, Mail en eventueel iets waar kinderen veel mee bezig zijn zoals facebook, komt dit vanzelf. De belevingswereld van de kinderen ligt op dit moment nu eenmaal vooral binnen de computerwereld. 

De meeste vaardigheden zijn dus niet nieuw, maar is het niet zo dat elke vaardigheid zo nu en dan een belevingswereld-update nodig heeft?

I see tea is geboren


Hallo allemaal!

Hoera, weer een nieuwe aanvulling en weer een stukje dichter bij het eindresultaat van onze minor. 
Binnen de minor hebben we een adviesgroep die gaat over de 21st century skills. Dit gaat dus over de 'moderne leerkracht'. Voor deze adviesgroep hebben we een naam, een logo en een visie ontwikkeld:

Waar staat I See Tea nu eigenlijk voor?

De naam zegt het eigenlijk al:
Tea staat bij ons voor het volgende:
Mensen komen vaak onder het genot van een kopje koffie of thee bij elkaar om te communiceren. Dit communiceren kan zijn over persoonlijke dingen maar ook zakelijke dingen. Vaak wil je weer eens even bijkletsen met iemand of wordt onder het genot van een kopje thee een vergadering gehouden.
Wij willen deze communicatie ook op een moderne manier realiseren, zonder de werkelijke communicatie uit het oog te verliezen.

Dus I see Tea --> Ik zie een nieuwe manier van communiceren.
Kinderen moeten leren om goed te kunnen communiceren. Door middel van een goede ICT-geletterdheid leren ze sociaal-culturele vaardigheden. Creativiteit, kritsch denken, probleemoplossend vermogen en samenwerken zijn hierbij de hoofdzaak.
Wij als adviesteam zullen ons de eerste tijd vooral focussen op communiceren en de ICT-geletterdheid bij kinderen.
Het is belangrijk dat kinderen leren en men zich ook realiseert dat communicatie via ICT de toekomst is en wij hierbij niet moeten vergeten dat verbale communicatie ook belangrijk blijft.
ICT-geletterdheid is belangrijk voor kinderen, zodat ze ook weten wat ze ermee kunnen, hoe ze het op een goede manier kunnen gebruiken en dat ze ook de gevaren en voordelen ervan weten.